Antwoord a bij het vierde pompoentje

Antwoord a bij het vierde pompoentje

Harmen van 4 jaar en 2 maanden schrijft zijn naam als |– | O en die van zijn jongere zusje Mireille als O|– |. Kennelijk reproduceert hij figuren, maar staan die nog niet voor vaste klanken.

Hoe zou je Harmens schrijven kunnen begrijpen?


  1. Harmen kan strepen en kringen maken en gebruikt die voor de letters | en O. Verder kent hij de H van zijn eigen naam en denkt hij dat de figuur |– gelijk is aan H.

Dit is niet het juiste antwoord, al zitten er veel kloppende elementen in. Hij kan inderdaad strepen en kringen maken. En hij heeft in de gaten dat in geschreven teksten bepaalde figuren terugkeren. Zo herkent hij de H van zijn naam, bijvoorbeeld in HEMA.

Hij heeft echter het verband tussen figuren en klanken nog niet ontdekt. Een voorwaarde tot het ontdekken van dat verband is dat hij het gesproken woord moet kunnen opdelen in opeenvolgende klanken, in de zogeheten auditieve analyse: rijmen in ‘Liesje leerde Lotje lopen’, rijtjes als ‘rood-rat-roet-red’, enzovoort.

Terug naar het vierde pompoentje.

Zie verder Ewald Vervaet, Naar school; psychologie van 3 tot 8, paragraaf 3.4 (auditieve analyse).