gedachtewisseling 10_vdlv_vervaet aan van der leij_18 november 2020_8b

Vervaet aan Van der Leij, 18 november 2020

Geachte heer Van der Leij,

Dank voor uw schrijven van 10 november jongstleden.

A. U schrijft dat wat u over Bouw! opmerkt, ‘geen zienswijze is maar een beschrijving van […] feiten’ en dat de WSK ‘zich gedraagt als een ideologische beweging’.
   We spreken niet van ‘uw feiten’ versus ‘onze en mijn ideologie’ (voortaan ‘mijn’), maar van verschillende zienswijzen, met dit belangrijke verschil dat de uwe niet feitelijk houdbaar is en de mijne wel. In schema:

B. U blijft terugkomen op mijn kritiek op Bouw! bij het rondetafelgesprek, maar die heb ik mijn brief van 16 oktober (bijlage IX) reeds uitgewerkt en onderbouwd. Zie ook A.
   U gaat andermaal niet in op mijn kritiek en ontkent of negeert daarmee de artefactische kant van Bouw!.

C. U schrijft: ‘ondanks de wetenschappelijke evidentie’, ‘Dat zijn feiten die u blijft ontkennen’, ‘beschrijving van een wetenschappelijke “evidence-based” interventie, van feiten dus’, ‘wetenschappelijke bewijsvoering’ en ‘belangrijker dan wetenschappelijke evidentie’ (mijn cursiveringen).
   Aanhakend bij ‘Dat zijn feiten die u blijft ontkennen’ stel ik met u vast dat er inderdaad sprake is van ontkennen, maar bij u en niet bij de WSK en bij mij. U gaat namelijk inhoudelijk nergens op in – laat staan dat u iets aantoont of weerlegt – en u blijft slechts het in uw ogen feitelijke karakter van Bouw! herhalen.

D. Zoals in elke paradigmatische strijd – en daar zitten u en ik middenin; zie de samenvatting in A – zal één van ons tweeën onder ogen dienen te zien dat hij aan het kortste eind trekt en daar zijn lering uit moeten trekken.
   Wetenschapper zijn hangt niet af van wat men inhoudelijk beweert, maar van de wijze van werken in de zin van ‘verklaren’, ‘feiten leveren om houdbaarheid aan te tonen’, ‘tegenfeiten leveren om onhoudbaarheid aan te tonen’, en zo meer. Ik hoop dan ook oprecht dat u zult proberen de vier punten in A te ontkrachten. Ook als die poging mislukt, zult u uw eer als wetenschapper hoog hebben gehouden.
   U beweert mijn leestheorie onderuitgehaald te hebben, maar ik wacht nog steeds op een ontkrachting of bewijs van het tegendeel op de vier punten uit de bijlage van 16 oktober, IX, 6.
   Zowel het ondernemen van een poging tot inhoudelijk antwoord als het terugnemen van formuleringen als ‘nepinformatie’, ‘leugens’, ‘flagrante onzin’, zoals u eerder deed, zouden u als wetenschapper sieren.

E. Dat laatste wil ik duidelijker stellen: als u beweringen als ‘nepinformatie’, ‘leugens’, ‘flagrante onzin’, ‘aan die doodzonde schuldig gemaakt’ en ‘persoon die de elementaire beginselen van integer wetenschappelijk onderzoek aan zijn laars lapt’ werkelijk meent, nodig ik u uit om daar daadwerkelijk gevolg aan te geven en me daarvoor bij de geëigende fora openlijk aan te klagen.
Indien u die uitnodiging afslaat, zal ik daar een impliciet toegeven van mijn gelijk en uw ongelijk in zien.

Met vriendelijke groeten,

dr. E. Vervaet

dr. E. Vervaet

—————————————————————————————

Laatste bewerking van deze webpagina: 29 januari 2021