gedachtewisseling 10_vdlv_vervaet aan van der leij_21 januari 2021_18

Vervaet aan Van der Leij, 22 januari 2021

Geachte heer Van der Leij,
Waarde collega,

Dank voor uw schrijven. In het artikel dat via https://stichtinghistos.nl/varia geladen kan worden, heb ik ‘1943’ in ‘1946’ veranderd; zie ook de bijlage.

We praten, denk ik, langs elkaar. In het kort komt het volgens mij hierop neer:
    U wilt erkenning voor het feit dat wat u over Bouw! stelt, op feiten is gebaseerd. Indien ‘Bouw! is op feiten gebaseerd’ houdbaar zou zijn, zou u gelijk hebben dat ik onwaarheden over Bouw! beweer.
    Ik toon echter aan dat Bouw! op artefacten of schijnfeiten is gebaseerd, namelijk voortvloeiend uit vier bronnen:
    * de ontwikkeling van het lezen wordt ontkend;
    * er komt inferentiële statistiek bij te pas;
    * er komen psychometrische instrumenten bij te pas;
    * niet-leesrijpe kinderen worden getraind.
    Hier gaat par.1 in de bijlage over. En doorzoekt u het hele artikel bijvoorbeeld op ‘schijnfeit’.
    Ik ontken dus niet dat Bouw! op feiten is gebaseerd, maar ik toon aan dat Bouw! op schijnfeiten is gebaseerd, en wel in vier voornoemde opzichten. Dat weerlegt u niet en daarmee ben ik niet de ontkenner maar u: u ontkent dat Bouw! op schijnfeiten is gebaseerd.

Anders gezegd, aan de hand van tabel 3.4 in Zijlstra’s proefschrift Early grade learning (p.61): getallen als 7,55 en 4,83 zijn – indien er geen rekenfouten en dergelijke zijn gemaakt; en daar ga ik van uit – getalsmatige feiten. Echter, daar die getallen niet in een ontwikkelingspsychologische en/of opvoedkundige en/of onderwijskundige theorie zijn ingebed, zijn het louter getalsmatige feiten geen ontwikkelingspsychologische en/of opvoedkundige en/of onderwijskundige feiten, maar dito schijnfeiten.

Ik vrees dat u zich in een vicieuze cirkel heeft geplaatst door van mij te eisen dat ik eerst het feitelijke karakter van Bouw! moet erkennen alvorens u met me verder wilt praten, terwijl aan die eis de vraag voorafgaat of Bouw! wel dat feitelijke karakter heeft, dat u eraan zou willen toedichten maar dat er volgens mij – en zoals door mij aangetoond en door u niet weerlegd – niet aan toegedicht kan worden.
    Hoezeer ik ook zou willen: die vicieuze cirkel kan ik niet doorbreken. Dat kunt u alleen door over uw ontkenning heen te stappen.

Het toeval wil dat de kerngroep van de WSK morgen vergadert. Aan de ene kant heeft u de kerngroep verzocht uw brieven aan onze leden bekend te maken en gaan we dat – zoals al aan u geschreven – ook zeker doen, met commentaar van onze kant. Aan de andere kant wilt u door ons niet meer benaderd worden zodat we u en de heer Vernooy niet op de hoogte kunnen brengen van die openbaarmaking en ons commentaar.
    Ik stel u daarom voor dat u ons laat weten of u een bericht van ons wenst te ontvangen over het verschijnen van uw brieven en ons commentaar of niet. (Mocht u dat niet wensen, dan zult u het geheel zeker kunnen vinden op de WSK-webstek en/of op of via de Histos-webstek.)

Met vriendelijke groeten,

dr. E. Vervaet

cc: Kamerleden met basisonderwijs in portefeuille, oud-Kamerlid M. Rog, Vernooy, Stichting Histos

= = = = =

—————————————————————————————

Laatste bewerking van deze webpagina: 29 januari 2021