Gedachtewisseling 6 Van Oers 31 december 2019_7

Van Oers, 31 december 2019

Geachte heer Vervaet,

Fatsoenshalve stuur ik u nogmaals een reactie op uw vorige mail.

In mijn vorige mail had ik al aangegeven dat ik een heilloze discussie voel aankomen. Na lang aarzelen heb ik toen toch gereageerd.

Uw reactie op deze mail bevestigt mijn vermoeden.

In uw eerste punt legt u mij opnieuw woorden in de mond die ik niet beweerd kan hebben. In mijn visie (die ik inmiddels talloze malen heb uitgelegd) gaan kinderen niet van ‘zone van actuele ontwikkeling naar zone van naaste ontwikkeling’, zoals u suggereert. Ik weet niet waar u dat idee vandaan kunt hebben. In elk geval niet van Vygotskij of van mij. Naast het feit dat het begrip ‘zone van actuele ontwikkeling’ al een vertekening is van de cultuurhistorische visie op ontwikkeling (Vygotskij -in het Russisch-, noch ik gebruiken de term ‘zone’ van actuele ontwikkeling ergens, wel niveau van actuele ontwikkeling), gaat u ook voorbij aan Vygotskij’s visie dat imitatie de kern is van de zone van naaste ontwikkeling. Ik heb dat al vele malen uitgelegd, ik ga dat hier niet opnieuw doen. Zowel het actuele ontwikkelingsniveau en de zone van naaste ontwikkeling zijn kenmerken van de geïmiteerde sociaal-culturele praktijk (Activiteit als uw wil). Om kinderen met de hulp van anderen greep te doen krijgen op nieuwe handelingsmogelijkheden binnen de geïmiteerde activiteit, is het zelfs onmogelijk om de feitelijke handelingsmogelijkheden te negeren.

U beweert dat u zich uitdrukt in Vygotskijaanse termen, maar daar blijkt weinig van. Eerlijk gezegd vind ik het een beetje blufpoker. De neiging om mij ongefundeerde interpretaties in de mond te leggen, is niet goed voor een heldere discussie en al helemaal niet voor de voortgang daarvan.

In uw tweede punt blijft u met allerlei spitsvondigheden volhouden dat uw oordeel over mijn Trouw-artikel stand houdt. Ik herhaal toch opnieuw dat mijn kritiek op uw voorstel in Trouw vooral gold het afwachten (NIET HET AANSLUITEN BIJ HET ACTUELE ONTWIKKELINGSNIVEAU). Nota Bene: de titel van mijn artikel in Trouw laat daar geen twijfel over bestaan.

Hoewel ik uw aanhoudendheid graag respecteer, siert het u niet dat u deze foute interpretatie van mijn ideeën niet wilt corrigeren in de open brief.

Tot slot: u komt steeds weer aan met een meer dan 30 jaar oud artikel van mij. Het kan zijn dat ik in dat artikel onvoldoende helder geweest ben, maar ik ben van mening dat de portée van dit verhaal nog steeds overeind staat. Sterker nog, ik heb de afgelopen dertig jaar wél de kans gegrepen om dit in andere artikelen te verhelderen. Het gaat dan om de mogelijkheid van jonge kinderen om abstract te denken. Uitgaande van Cassirers visie op abstractie, hebben we dat ook empirisch kunnen aantonen, o.a. in onderzoek naar het schematiseren van jonge kinderen. Het lijkt er op dat u dat ontgaan is, of dat u de betekenis daarvan niet heeft kunnen verbinden met de inhoud van mijn artikel uit 1988.

Kortom: als het zo gaat, heeft het geen zin om onze uitwisselingen voort te zetten. Dit zal dus de laatste reactie zijn die ik geef in deze heilloze discussie. Ik ga dus ook niet meer in op de punten die u hieronder in uw mail ook nog noemt.

Ik laat het hier bij.

Ik wens u een veilige en rustige jaarwisseling en een gezond 2020

Hartelijke groet,

Bert van Oers

PS: ik had mijn eerste reactie alleen naar u gestuurd, maar het leek me nu toch beter om al uw meelezers (in cc) hierin ook te betrekken, zodat zij ook weten wat er speelt. Ik ben zo vrij geweest om mijn collega’s van De Activiteit aan de cc toe te voegen

—————————————————————————————

Laatste bewerking van deze webpagina: 4 januari 2020