Gedachtewisseling 6 Vervaet 25 januari 2020 9c

Bijlage III

Zelfontplooingsbenaderingen versus de cultuurhistorische benadering
In uw afscheidsrede schrijft u: ‘praktische discussies tussen zelfontplooingsbenaderingen in het onderwijs versus de cultuurhistorische benadering’ (p.12) en ‘Des te meer pleit dit voor kritische dialogen in het onderwijs over sociale representatie en tegen de gedachte van “zelf”-ontplooiing’ (p.13). Volgens mij geeft u geen voorbeeld van een ‘zelfontplooiingsbenadering’.
    Ikzelf zou de benadering van de WSK, van Histos en van mezelf niet ‘zelfontplooiend’ of iets van dien aard noemen. Het woord ‘zelfontplooiing’ associeer ik eerder met volwassenen die de kwaliteit van hun leven willen verhogen en/of hun leven een bepaalde kant op willen sturen, dan met kinderen die zichzelf en hun fysieke en sociale wereld aan het verkennen en ontdekken zijn. Maar vooral: de psychologische ontwikkeling van het kind is mij geen ‘zelfontplooiend’ proces, maar een proces dat uit zes factoren bestaat:

* Er is bij de conceptie een erfelijk pakket op grond waarvan een mensenkind ooit zal zingen, praten, tellen, ongelijke staafjes naar lengte ordenen, enzovoort en dier op grond van zijn erfelijke pakket nooit.
* Er is een omgeving waarover het kind kennis verwerft: zichzelf (‘omgeving’ gedefinieerd als ‘wat zich buiten iemands brein bevindt’), zijn fysische omgeving en zijn sociale omgeving.
* Er is een wisselwerking tussen het kind en zijn omgeving: bij zaken die het kind in eerste instantie niet begrijpt, komen er praktische en/of theoretische vermoedens in hem op; die vermoedens toetst het aan nieuwe feiten.
* Vanwege de doorgaande groei van de uitlopers van de hersencellen vindt er een neurologische ontwikkeling plaats waardoor er steeds nieuwe neurologische systemen ontstaan.
* Op basis van een neurologisch systeem beschikt het wisselwerkende kind over een bepaalde psychologische structuur.
* Vanwege de doorgaande groei op neurologisch vlak vindt er op psychologisch vlak een ontwikkeling plaats naar een volgende psychologische structuur (waardoor het kind in zijn wisselwerking vermoedens krijgt, die in elke volgende fase op een hoger nivo staan).
    Deze benadering is een uitwerking van Piaget, La naissance de l’intelligence chez l’enfant (p.359 in het bijzonder).
    1. Indien u de benadering van de WSK, van Histos en van mij ‘zelfontplooiiend’ noemt, dan lijkt me dat vanwege deze zesledige kijk op de psychologische ontwikkeling minder juist, maar wellicht kunt u er een uitleg bij geven zodat ik uw benaming beter kan plaatsen.
    2. Indien u onze benadering niet ‘zelfontplooiend’ noemt, op welke benaderingen doelt u dan wel? Ik althans ken geen ontwikkelingspsychologische en/of onderwijsbenadering die zichzelf ‘zelfontplooiend’ noemt.
    In beide gevallen ben ik heel benieuwd naar voorbeelden in de literatuur van ‘praktische discussies tussen zelfontplooingsbenaderingen in het onderwijs versus de cultuurhistorische benadering’. Bij voorbaat heel veel dank! 

—————————————————————————————

Laatste bewerking van deze webpagina: 25 januari 2020