Struktuur en genese, 2017 (vol.29)

Struktuur en genese, 2017 (vol.29)

Inhoudsopgave
Ewald Vervaet, Het zinken van de U-166, p.4-12
Ewald Vervaet, Kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs, p.13-19
Ewald Vervaet, Ontdekkend leren lezen (OLL) in andere talen, p.20-33
Ewald Vervaet, Het rijpe brein, p.34-37
Ewald Vervaet, Executieve functies, p.38

—————

Samenvatting van ‘Het zinken van de U-166’:
Op 1 augustus 1942 is een Duitse onderzeeër (‘U-boot’) in de Golf van Mexico gezonken. Pas in 2001 is komen vast te staan dat het om de U-166 gaat.
Die ontdekking is volgens de drie stappen van de ontdekkingscyclus gegaan: … –> verrassing (in dit geval het zinken/vermissen van een U-boot) –> verklaringspoging (in dit geval welke U-boot was het en waar ligt hij precies?) –> verankering –> … .
Omdat er een andere onderzeeër in het spel geweest blijkt te zijn, namelijk de U-171, is de geschiedenis van de ontdekking van de waarheid omtrent de U-166 niet alleen het zoveelste bewijs voor de geldigheid van de ontdekkingscyclus maar ook een mooi voorbeeld van de vraag wat identificeren is. Bovendien is deze geschiedenis een mooi voorbeeld van waarnemen als constructieproces (en geen ‘aflezen van de werkelijkheid’): in 2001 zag men niet onmiddellijk om welke onderzeeër het ging.

Wilt u meer informatie over dit artikel? Schrijft u dan aan info@stichtinghistos.nl.

Om terug te gaan naar de inhoudsopgave van alle afleveringen van Struktuur en genese klikt u hier.

—————

Samenvatting van ‘Kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs’:
Het boek Leesproblemen en dyslexie in het basisonderwijs wordt aan veel pabo’s onderwezen. Het hoofdstuk ‘Kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs’ hoort bovendien tot het studiemateriaal van de RID-cursus ‘Leren lezen en spellen van a tot z’.
Het hoofdstuk is op drie uitgangspunten gebaseerd: het lezen ondergaat geen psychologische ontwikkeling van fase naar fase; tests (toetsen met afwijkingen van gemiddeldes als uitslagen) zijn goede toetsen; instructie is de enige manier om een kind tot lezen te laten komen.
Histos stelt hier drie andere uitgangspunten tegenover: het lezen ondergaat een psychologische ontwikkeling van fase naar fase; alleen proeven zijn goede toetsen; constructie langs zelfontdekking is de enige manier om een kind tot lezen te laten komen.
De psychologische ontwikkeling van het schrijven tussen 3 en 8,5 jaar en die van het lezen tussen 4,5 jaar en 8,5 jaar worden geschetst. Aan de hand daarvan worden de onderwerpen leesrijpheid en de leesrijpheidstoets uitgewerkt.
Goed leesonderwijs is onderwijs waarin de kleuter, die per definitie niet leesrijp is, voorwaardenscheppend onderwijs in de vorm van klank- en vormspelen krijgt, en het jonge schoolkind, dat per definitie leesrijp is, ontdekkend leert lezen.
Van de instructieoptiek van het hoofdstuk ‘Kenmerken van goed lees- en spellingonderwijs’ wordt de onhoudbaarheid aangetoond. Daarbij blijkt het hoofdstuk de eigen instructieoptiek ook zelf sterk te relativeren.

Wilt u meer informatie over dit artikel? Schrijft u dan aan info@stichtinghistos.nl.

Om terug te gaan naar de inhoudsopgave van alle afleveringen van Struktuur en genese klikt u hier.

—————

Samenvatting van ‘Ontdekkend leren lezen (OLL) in andere talen’:
Ontdekkend leren lezen (OLL) is sedert augustus van 2018 klaar en sedert november 2018 verkrijgbaar; klikt u hier.
Het samenstellen van het begin van deel 1 was vrij lastig, niet alleen vanwege het geringe aantal beschikbare lettertekens aan het begin maar ook omdat sommige reeds ontdekte lettertekens dan nog beperkt bruikbaar zijn. De letter ‘e’ bijvoorbeeld kan in deel 1 slechts als /e/ klinken (/snelweg/) en nog niet als /u/ (/kindurun/; deel 2 van OLL) en nog niet als /ee/ (/teekunleeraar/; deel 3 van OLL). Klikt u hier voor het artikel daarover.
Talen kunnen op een schaal geordend worden van geheel klankzuiver tot zeer klankonzuiver. Het Nederlands zit op die schaal ongeveer in het midden. Een vrijwel geheel klankzuivere taal is het Italiaans en een betrekkelijk klankonzuivere taal is het Engels – volgens een bepaalde telling heeft het Engels 217 letterteken-klank-combinaties (/maaj/-‘my’; /naajt/-‘night’; /paaj/-‘pie’; /laajf/-‘life’; enzovoort).
Het artikel laat voor het Italiaans en het Engels zien hoe OLL ook in andere talen kan worden gedaan. Uiteraard is het Italiaanstalige OLL eenvoudiger en korter dan het Nederlandstalige OLL. Het Engelstalige OLL lijkt slechts mogelijk met behulp van een hulpmiddel: het tijdelijke gebruik van hulpletters die aan een aantal eisen dienen te voldoen en die zo spoedig mogelijk ook weer worden afgeleerd.  

Wilt u meer informatie over dit artikel? Schrijft u dan aan info@stichtinghistos.nl.

Om terug te gaan naar de inhoudsopgave van alle afleveringen van Struktuur en genese klikt u hier.

—————

Samenvatting van ‘Het rijpe brein’ (lichte bewerking van het tweeluik ‘Het rijpe brein’, Zorg primair, 2017, nummer 5, p.8v en 2018, nummer 1, p.19-21):
Het dierlijke en dus ook het menselijke geheugen heeft een verspreid geheugen en geen lokaal geheugen zoals een computer. Daardoor herkent het menselijke geheugen de bedoeling van een zin als ‘Ik was gitseren in Brusel’, terwijl een computer een e-adres niet herkent als daar een ‘.’ in ontbreekt.
Doordat het menselijke geheugen een verspreid geheugen is, is waarnemen geen registreren van de werkelijkheid maar een reconstrueren, en wel een reconstrueren op basis van het bereikte ontwikkelingsnivo. Dat is de reden waarom pas het fase-14-kind kan leren lezen: zelfs als het fase-13-kind de letters ‘M’, ‘O’ en ‘P’ kent, leest het MOP slechts hakkend als ‘M, o, p’ en niet hakkend-en-plakkend als ‘M, o, p; mop’: voor dat laatste is het nodig dat het kind met de /o/-klank mentaal terugkeert naar de /m/-klank om er /mo/ van de maken en met de /p/-klank naar /mo/ om er /mop/ van te maken.
Dat niet elk kind op dezelfde kalenderleeftijd op alle ontwikkelingsdomeinen bepaalde vermogens bezit, komt doordat onze psychologische functies niet ín hersencellen zitten maar in de verbindingen ertússen. Een kind zal een bepaald vermogen vroeg verwerven als de hersendelen die erbij betrokken zijn, relatief dicht bij elkaar liggen, maar laat als ze relatief ver van elkaar liggen.

Wilt u meer informatie over dit artikel? Schrijft u dan aan info@stichtinghistos.nl.

Om terug te gaan naar de inhoudsopgave van alle afleveringen van Struktuur en genese klikt u hier.

—————

Samenvatting van ‘Executieve functies’:
Executieve functies (EF) zijn denkprocessen in verband met organiseren en aansturen van gedrag.
EF staat goeddeels in conditioneringspsychologisch kader, dat EF met de psychologische ontwikkeling van de mens probeert te verbinden. Dit is zeer problematisch:
* Aan de samenhang in het psychische functioneren doen stimulus-respons-verbanden geen recht omdat ze los van elkaar staan – het struktuurbegrip van de genetisch-strukturalistische psychologie doet daar wel recht aan; klikt u hier en hier.
* Het is een psychologisch feit dat aan elke houdbare reactie van het kind (bijvoorbeeld dat ****** voor evenveel wordt gehouden als * * * * * *) niet-houdbare reacties voorafgaan (****** zou minder zijn dan * * * * * *). Aan dit feit kan de conditioneringspsychologie geen recht doen omdat het conditioneren voor alle kennis en vaardigheden zou gelden. De genetisch-strukturalistische psychologie doet hier per definitie recht aan; klikt u hier.
Aan wat EF worden genoemd, zitten twee aspecten die in de genetisch-strukturalistische psychologie als vermogens behandeld kunnen worden zodat EF een overbodig begrip is:
1. Om een bepaald gedrag te kunnen vertonen, dient men het vermogen daartoe te hebben. Zo kan een fase-13-kind wel vooruittellen maar niet terugwaarts. Om namelijk te kunnen achterhalen dat op ’20, 19, 18′ ’17’ volgt als men dat even niet weet, moet men van ‘1’ tot ’18’ kunnen tellen en tegen het eind goed opletten. Daar is het fase-14-kind wel toe in staat, namelijk vanwege de tweezijdigheid van zijn tweezijdige abstract-logische verbanden en het fase-13-kind niet, namelijk vanwege de eenzijdigheid van zijn eenzijdige abstract-logische verbanden.  Klikt u hier. Op grond van zijn vermogens kan het fase-14-kind zijn gedrag dus anders ‘organiseren en aansturen’ (de kern van EF) dan het fase-13-kind.
2. Bepaalde keuzes dient iemand lange tijd vast te kunnen houden, zoals in een beroepskeuze: jarenlange opleiding, jarenlange praktijkervaring, enzovoort. Daarvoor is in de ontwikkeling van de persoonlijkheid een bepaald ontwikkelingsnivo vereist, namelijk het nivo van de autognostische fase (rond het veertiende levensjaar).

Wilt u meer informatie over dit artikel? Schrijft u dan aan info@stichtinghistos.nl.

Om terug te gaan naar de inhoudsopgave van alle afleveringen van Struktuur en genese klikt u hier.

—————————————————————————————

Laatste bewerking van deze webpagina: 5 november 2018